Fotograferen doet hij vanaf zijn 15e jaar, vanaf 1968. Het begon met het boxje van zijn vader, waarschijnlijk een Kodak, met 6 x 9 cm
zwart-wit negatieven.
Geboren midden in de natuur van Zuid-Friesland, is hij begonnen het landleven op de boerderij van zijn ouders vast te leggen, en daarna met passie
de omringende natuur.
Daarna met goedkope camera's in de weer, tot hij een goede, en volledig instelbare, camera kreeg. De eerste
professionalisering volgde door een enthousiaste fotoclub op de middelbare school.
Thuis werd de douchecel gebruikt voor een echte DOKA: ontwikkelen en afdrukken, incl. contactafdrukken, met heel eenvoudige middelen tot een
zelf gemaakte vergroter aan toe.
De eerste analoge SLR werd de Pentax K1000, daarna een aantal opvolgers hiervan. Hij fotografeerde enkele jaren met zijn eerste digitale camera, de
Panasonic-LUMIX FX50. Daarna kwam de Canon D60 en nu fotografeert hij met de Canon R fullframe camera.
Via fotocursussen, vakbladen, het lidmaatschap van fotoclub 'Trefshot' en veel fotograferen heeft hij zich als autodidact verder ontwikkeld in de
fotografie. Zijn focus ligt nu bij straat- en portretfotografie en architectuurfotografie. Ook het vinden van vormen, o.a. in de de natuurfotografie, maar ook in andere
onderwerpen boeien hem enorm.
Zijn inspiratiebronnen zij o.a. Anton Corbijn, Ed van der Elsken, Koos Breukel, Cartier Bresson, Robert Doisneau en een schilder als Edward
Hopper.
Hij was als vaste fotograaf verbonden aan de NEVI. Verder was hij enige tijd als fotograaf verbonden aan het cultuurhistorisch blad: 'Stad en
Ommeland' uit Groningen.